Westerkade 10, Schiedam
Inleiding
Voormalige BRANDERIJ gebouwd in 1862 in sobere Eclectische stijl, in opdracht van J. Tak. De branderij is gesitueerd aan de in 1860 gegraven Westerhaven, die is aangelegd ten behoeve van de laatste grote bloeiperiode (1850-1880) van de (kleinschalige) Schiedamse brandersbedrijvigheid. De branderij is typologisch representatief voor de huisvesting van deze specifieke productiefase binnen de Jeneverbedrijfstak in deze periode. Karakteristiek is de asymmetrische gevelindeling die het gevolg is van de opstelling op de begane grond van de (bredere) beslagbakken aan één zijde van de branderij en de ketelapparatuur aan de andere zijde. Op de eerste verdieping bevond zich oorspronkelijk geheel links een deur waardoor, via een ladder, de zakken grondstoffen naar binnen werden gedragen. (Transport naar de zolderverdieping verliep binnendoor via de trap.) Rechts bevonden zich drie kleine vensters en op de tweede verdieping vier kleine vensters. In 1953 zijn ten behoeve van een nieuwe functie als pakhuis (en de schaalvergroting in het verpakken van stukgoed) de dubbele pakhuisdeuren in de travee boven de ingang geplaatst met een stalen hijsbalk daarboven (uitgevoerd door Rotteveel & Brussé).
NB: De rechter- (oost) en achtergevel zijn gepleisterd. Tegen de rechter- en achterzijde bevindt zich een niet van rijkswege beschermenswaardige aanbouw waarvoor de gevels ter hoogte van de begane grond zijn dichtgemetseld. Tegen de achtergevel is een brandtrap naar de zolderverdieping geplaatst en een venster in een deur veranderd. De originele vensterramen ontbreken. Een aantal vensters in de westelijke zijgevel is dichtgemetseld.
Omschrijving
De voormalige branderij heeft een rechthoekige plattegrond en bestaat uit een hoge begane grond verdieping, een lagere eerste verdieping en een ruime zolderverdieping onder een oorspronkelijk met pannen gedekt zadeldak dat met de nokrichting haaks op de straat staat. De voorgevel is boven een hardstenen plint opgetrokken in rode/grauwe baksteen en de zijgevels en achtergevel in gele IJsselsteen. De voorgevel is vier vensterassen breed en bevat op de begane grond links van het midden een dubbele openslaande inrijpoort gevat tussen twee natuurstenen pilasters op een natuurstenen voet. De pilasters ondersteunen een anderhalfsteens rondboog met een natuurstenen sluitsteen met daarin het bouwjaar (1862) gegraveerd. In oorsprong omvatte deze rondboog een bovenlicht. De poort wordt geflankeerd door links één en rechts twee heel licht getoogde vensters met natuurstenen waterdorpels en strekse rollagen. Op de eerste verdieping en de kapverdieping bevinden zich boven de inrijpoort licht getoogde openingen voor de dubbele pakhuisdeuren, geflankeerd door links één en rechts twee smalle licht getoogde vensters. De vensters en deuropeningen zijn bekroond door anderhalfsteens strekken en voorzien van natuurstenen waterdorpels. De pakhuisdeuren hebben betonnen lekdorpels. Boven de pakhuisdeuren bevindt zich een stalen hijsbalk. In het midden van de gevel, direct onder de nok, bevindt zich een rondlicht omlijst met kops, afgerond metselwerk. De puntgevel wordt beëindigd met een houten fries en geprofileerde daklijst. De vijf vensterassen brede zijgevels en de vier vensterassen brede achtergevel bevatten licht getoogde vensters, conform op de verdiepingen van de voorgevel bekroond met strekse rollagen en voorzien van gemetselde waterdorpels. Onder de nok bevat de achtergevel een rondlicht met strekse omlijsting. De puntgevel is bij de aansluiting met het dak vlak afgewerkt. In de achter- en de zijgevels zijn ter hoogte van de balklaag van de eerste verdieping en ter hoogte van de zolderverdieping eenvoudige muurankers met rechte schieters aangebracht. Ter hoogte van de balklaag van de eerste verdieping bevinden zich tevens cirkelvormige venilatie-openingen in de muur. De inwendige structuur van de voormalige branderij wordt bepaald door een samengestelde balklaag. Op de begane grond wordt de dubbele onderslagbalk gesteund door twee rijen houten standvinken. De kapconstructie bestaat uit een reeks spanten in de vorm van hangwerken.
Waardering
Voormalige branderij gebouwd in sobere Eclectische stijl in 1862, als karakteristiek gebouwtype voor de laatste grote bloeiperiode (1850-1880) van de (kleinschalige) Schiedamse brandersbedrijvigheid van algemeen belang vanwege de architectuur- en cultuurhistorische waarde, alsmede vanwege de beeldbepalende - en ensemblewaarde in relatie met de overige branderijen en mouterijen aan de in 1860 gegraven Westerhaven.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Branderij | Boerderijen, molens en bedrijven | Industrie | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Westerkade | 10 | – | 3116 GJ | Schiedam | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | M | 6576 | – | Schiedam |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1862 | 1862 | – | vervaardiging |