Inleiding

Monumentale STADSVILLA met ruime omliggende tuin en smeedijzeren HEKWERK in 1883-84 gebouwd in opdracht van de Vlaardingse reder A.H.C.M.J. IJzermans. Naar verluidt werd het Eclectische ontwerp van de villa door de opdrachtgever zelf vervaardigd.

NB Na de Tweede Wereldoorlog is de villa aan de westzijde, ter hoogte van de oorspronkelijke serre uitgebreid met een eenvoudige, eveneens wit gepleisterde, aanbouw van twee bouwlagen onder een met zink bedekt schilddak. Tussen 1916 en 1922 deed de, inmiddels verbouwde, villa dienst als bijgebouw van de Rotterdamsche Bankvereeniging. Daarna is de villa tot 1991 in gebruik geweest als bankgebouw van de firma R. Mees en Zoonen, later de bank Mees en Hope. In de villa is sinds 1991 een advocatenbureau gevestigd.

Omschrijving

De op een vierkante plattegrond opgetrokken villa telt een souterrain, een bel-étage en een hoge kapverdieping onder een met zinken losanges bekleed, afgeknot mansardedak. De villa is boven een hoge natuurstenen plint geheel wit gepleisterd en voorzien van rustica-blokwerk. De vestertraveeën worden door middel van gecanneleerde pilasters geaccentueerd. De voorgevel van de villa heeft een symmetrische opzet met een torenvormige middenrisaliet waarin zich op de bel-etage de ingang bevindt met bovenliggend balkon en aangrenzende 'torenkamer' voorzien van een hoog afgeknot tentdak. De kozijnen van de (schuif)vensters en deuren zijn van hout en allen geprofileerd uitgevoerd. De plint wordt aan weerszijden van de ingang vlak boven het maaiveld onderbroken door twee getoogde souterrainvensters met in de rollagen sluitstenen in de vorm van leeuwenkoppen. De vensters zijn voorzien van smeedijzeren traliewerk. De, onder het balkon gesitueerde, entree is bereikbaar via een hoge, zeven treden tellende, natuurstenen stoep en heeft een bordes en bronzen armleuning en bestaat uit een dubbele paneeldeur en een halfrond bovenlicht. Links en rechts van de entree bevinden zich gevelstenen met respectievelijk op een cartouche de inscripties: "ANNO" en "1883". De ingang wordt geflankeerd door twee zuilen met composiet kapitelen, die de luifel met het bovenliggende balkon dragen. Aan de binnenzijde van de zuilen staat op het basement rechts de tekst: 'De eerste steen gelegd op 23 juli 1884' en links: 'Door Gertrude Arnolda Josefa Maria IJzermans, oud 8 maanden'. Aan weerszijden van de ingang bevinden zich tussen decoratief bewerkte pilasters met eveneens composietkapitelen twee hoge schuifvensters met bovenlicht en een omlijsting in de vorm van een hoofdgestel. Onder de vensters, tussen gepleisterde blokken, zijn als geveldecoraties acht balusters tellende blinde balustrades aangebracht, conform de open balustrade van het balkon boven de ingang. In de kapverdieping, in de hoger opgetrokken middenrisaliet, bevindt zich een dubbele balkondeur omlijst met pilasters, hoofdgestel en een fronton met decoratief bewerkt timpaan. De balkondeur wordt geflankeerd door twee pilasters. Het balkon heeft een wit gestuukte balustrade. Het middelste bouwvolume heeft boven een geprofileerde kroonlijst een hoog dak met aan de zuid-, west- en oostzijde een decoratief rondlicht. Het dak wordt bekroond door een piron met smeedijzeren windvaan. Aan weerszijden van het balkon in het dakschild twee aedicula-vormige dakkapellen. In de zijgevels wordt de opzet en de rijke decoratie van de voorgevel over een travee doorgezet. De overige delen zijn vrij sober gehouden. In de westelijke zijgevel een dakkapel en in de oostelijke zijgevel twee dakkapellen, beiden zijn aedicula-vormig conform de voorgevel. De achtergevel heeft twee souterrainvensters en op de bel-étage vijf eenvoudige schuifvensters en in het dak vijf dakkapellen conform de voorgevel. In het interieur zijn met name van belang de zeer rijk, in stucco gedecoreerde tochtportaal en hal met de oorspronkelijke in Neo-Barokke stijl uitgevoerde stucplafonds, venster- en deuromlijstingen, marmeren vloeren en lambriseringen; de monumentale eikenhouten trap met bordessen en zeer fijn houtsnijwerk in de spijlen van de armleuning; het stucplafond in de meest westelijke voorkamer; de marmeren trap naar het souterrain met bronzen armleuning; de tegelvloer in de hal van het souterrain en de LIPS-kluis in het oostelijke deel van het souterrain. De tuin wordt van de straat afgescheiden door een smeedijzeren hekwerk met speer- en puntspijlen tussen gemetselde pijlers met piramidevormige afdekking en op een gemetselde voetingmuur.

Waardering

In de laatste kwart van de negentiende eeuw gebouwde, en zeer rijk vormgegeven, stadsvilla in Eclectische stijl, met deels goed bewaard gebleven interieur in Neo-Barokke stijl, omliggende tuin en smeedijzeren hekwerk, van algemeen belang vanwege architectuur- en cultuurhistorische waarde, alsook van belang wegens beeldbepalende- en ensemblewaarde met overige villa-bebouwing aan de Schiedamseweg.