Waag. In het waaggebouw zijn het drie traveeën lange schip en het niet uitspringende transept van de kapel van het v.m. H. Geesthuis bewaard gebleven (XV); ter plaatse van het koor verrees in 1582 de twee traveeen diepe waagruimte met rijk front, 1884 vernieuwd; de toren, steunend op vier pijlers in de kruising van de v.m. kapel werd gebouwd van 1597-1599. Het schip van de v.m. kapel heeft inwendig het oorspronkelijk eikehouten tongewelf grotendeels behouden, bevat enige gotische consoles en is door twee houten vloeren verdeeld in een beganegrond, een verdieping en een zolder. De transeptgevels vertonen moeten van hoogopgaande vensters. De waaggevel, opgebouwd uit baksteen met een rijke toepassing van natuursteen, bestaat uit vier geledingen: de gebosseerde onderbouw met drie rondboogpoorten, de verdieping met attische pilasters en de beide geledingen van de top, respectievelijk geleed door ionische en door korintische pilasters; de gevelbekroning tenslotte is, evenals de hoekvullingen van de beide topgeledingen, samengesteld uit rolwerk en draagt een klein driehoekig fronton. In de onderste geleding van de geveltop het gebeeldhouwde wapen van Alkmaar. Twee beelden, het een de rechtvaardigheid, het ander de vrede voorstellend, twee pinakels en twee gebeeldhouwde vazen op de hoeken van de kroonlijsten van de geledingen verlevendigen de contour van de gevel. De toren bestaat uit een vierkante bakstenen onderbouw, een omgang met balustrade op consoles en een houten achtkant, dat de open spits met peerbekroning draagt. In de waagruimte ijzeren balansen (XVIId). Een klokkenspel, waarvan 9 klokken gegoten door M. de Haze 1688, en 38 moderne klokken. Uur- en trommelspeelwerk van Willem Sprakel, 1684. Klokkenstoel met luidklok van H. Wegewaert uit 1616, enkele buiten gebruik gestelde kleine sierklokjes M. de Haze 1688.