Monumenten in Kerkrade

Kloosterhoeve van de voormalige Augustijnerabdij Rolduc. Waarschijnlijk naar ontwerp van Jacob Couven (1753- 1812) gebouwd in 1792-1794.
Abdijkerk. Zeer belangrijk Romaans gebouw XII, westbouw ingrijpend hersteld, XVII. Mechanisch torenuurwerk, Jos v.d. Kerkhof, 1936, later voorzien van elektrische opwinding.
Rechthoekig, aan de voorzijde in het midden iets inspringend blok van twee WONINGEN onder met pannen gedekt schilddak met op de nokeinden een decoratie - kegel met bollen en ringen - in tichelwerk; aan de voorzijde aan weerszijden van het inspringend middendeel een insteekkap (zadeldak) tegen pun
Rechthoekig blok van vier woningen zonder verdieping onder zadeldak gedekt met pannen; de eindwoningen hebben aan de voorzijde en de middenwoningen aan de achterzijde een insteekkap (zadeldak) tegen puntgevel, waarin twee getoogde vensternissen met elk twee rechtgesloten 6-ruits draairamen; de ei
Rechthoekig blok van vier woningen zonder verdieping onder zadeldak gedekt met pannen; de eindwoningen hebben aan de voorzijde en de middenwoningen aan de achterzijde een insteekkap (zadeldak) tegen puntgevel, waarin twee getoogde vensternissen met elk twee rechtgesloten 6-ruits draairamen; de ei
R.K.Kerk in 1843 gebouwd met behoud van 18e eeuwse toren; typische waterstaatskerk. Vergroot 1959-'60. Zeer rijk hoofdaltaar in Lodewijk XV-stijl. Zij-altaren XVII B. Orgel met Hoofdwerk, Positief en vrij Pedaal, in 1847 gemaakt door de Gebr. Muller uit Reifferscheidt (Duitsland).
De Brughof, opgetrokken van baksteen om een binnenplaats; jaartalanker 1738.
Inleiding
Met invloed van Neo-Gotiek in 1891 naar een ontwerp van de Franciscaner broeder M. Klein gebouwde KLOOSTERKAPEL en KLOOSTERVLEUGEL.
Rechthoekig, aan de voorzijde in het midden iets inspringend blok van twee woningen onder met pannen gedekt schilddak met op de nokeinden een decoratie - kogel met bollen en ringen - in tichelwerk; aan de voorzijde aan weerszijden van het inspringend middendeel een insteekkap (zadeldak) tegen pun
Blok van vier woningen zonder verdieping onder met pannen gedekt mansardedak; de eindwoningen springen aan de voorzijde geheel en aan de achterzijde gedeeltelijk iets uit en hebben aan de voor- en achterzijde over de gehele breedte een insteekkap (mansardekap) tegen puntgevels; de middenwoningen
Rechthoekig, aan de uiteinden aan de voorzijde inspringend blok van twee WONINGEN met halve verdieping onder met pannen gedekt schilddak, dat in het midden aan de voor- en achterzijde wat verder doorloopt, en met een decoratie - kegel met bollen en ringen - in tichelwerk op de nokeinden; aan de v