Bouwhistorische kennis doet er toe
“We leven in een maatschappij waarin alles maakbaar is. De mogelijkheden zijn grenzeloos. Dat zien we ook terug in de manier waarop mensen met hun historische gebouwen omgaan”, zegt Ben Olde Meierink, bouwhistoricus bij BBA. Hij waarschuwt voor snel handelen en benadrukt het nut van bouwhistorische kennis. “Inzicht in de historie verlaagt de kosten en vergroot het woongenot.”
Zorgen om de vernietiging van historisch erfgoed
“Wie een grotere badkamer wil, verplaatst gewoon het sanitair naar de andere kant van het huis. Vaak wordt er dan niet stilgestaan bij de oorspronkelijke indeling van de woning en de cultuurhistorische waarde daarvan. Ik maak me zorgen over de snelle vernietiging van historisch erfgoed. Sinds de open keuken met kookeiland in de mode raakte, worden steeds vaker muren uitgebroken. Puur en alleen om eens in de week te koken voor gasten. Dat er aan de andere kant van de muur een prachtige historische lambrisering zit, daar wordt geen rekening mee gehouden.”
Historie behouden
“Waar zijn we met zijn allen mee bezig? Dat huis is dan wel van degene die er woont, maar het cultuurhistorisch erfgoed is van ons allemaal. Een aanpassing is geen probleem, maar doe het dan op zo’n manier dat het door een volgende bewoner weer is terug te draaien. Dan behoud je de historie.
Het is ons werk om mensen de schatten van een gebouw te tonen.
Het is ons werk om mensen de schatten van een gebouw te tonen. Met een goed bouwhistorisch onderzoek en advies kan het gebouw duurzaam, zonder onnodige vervangingen, worden behouden. Ons advies geeft ook inzicht in het oorspronkelijke gebruik. En dat komt weer ten goede aan de woonkwaliteit. Dan wéét je in wat voor boerderij je bijvoorbeeld woont en waarom die zo is ingedeeld.
Onze bevindingen openen dan ook geregeld de ogen van de opdrachtgever. Onlangs gebeurde dat ook weer bij mensen die een gedeelte van een gesplitste woonboerderij kochten en wilden restaureren. We ontdekten zo veel historische waarde in de samenhang van de twee gedeelten, dat de familie om die reden het andere gedeelte ook kocht.”
Bouwhistoricus in de arm nemen
“Of het nu gaat om aan- of verkoop of om de restauratie van een pand dat reeds in je bezit is, het is altijd verstandig om al vroeg in het traject een bouwhistoricus in de arm te nemen, in sommige gevallen liefst al voor de aankoop van het gebouw. Dan weet je vooraf welke bijzondere details het gebouw bevat en wat je er - met respect voor het gebouw - wel en niet mee kunt doen. Dan pas kun je goed afwegen of het gebouw bij je past.
Door vroeg een bouwhistoricus bij het project te betrekken, bespaar je geld.
Bovendien bespaar je tijd en geld door al vroeg een bouwhistoricus bij het project te betrekken; de architect kan doelgericht tekenen en er is sneller zekerheid over vergunningen. De investering voor de bouwhistoricus bedraagt gemiddeld enkele procenten van de bouwsom en dankzij de efficiëntievoordelen verdien je die al snel terug.”
Samen een oplossing bedenken
“Onze waardering en aanbevelingen over het gebruik van het monument passen niet altijd bij de ideeën van de eigenaar of projectontwikkelaar. Dan is het de uitdaging om samen een oplossing te bedenken waardoor de ideeën van de eigenaar toch kunnen worden gerealiseerd, maar eventuele aanpassingen kunnen worden teruggedraaid en bijzondere en kenmerkende details van het gebouw niet verloren gaan. Een prachtig voorbeeld van een geslaagde ‘herbestemming’ is ook Hotel Het Klooster in Kloosterburen. Wat eerst een klooster was, is nu een hotel. En nog steeds is het een plek om tot jezelf te komen. De maaltijd wordt bereid met ingrediënten uit de eigen tuin bijvoorbeeld.”
Financiële winst vaak op de eerste plaats
“Helaas staat bij veel andere projecten het op korte termijn realiseren van financiële winst op de eerste plaats. Zo was er een projectontwikkelaar die een watertoren wilde transformeren tot appartementencomplex. Op zich een prima idee, want watertorens passen niet meer in de huidige waterinfrastructuur. Om het gebouw toch te behouden, kan herbestemming een goede oplossing zijn. Maar, het idee was om er tien woningen in te realiseren. Dat betekende tien balkons toevoegen aan de buitenzijde en flink wat ingrepen binnenin.
Om een gebouw toch te behouden, kan herbestemming een goede oplossing zijn.
De vraag is dan, wat is winst? Een hoeveelheid van vijf appartementen, in plaats van tien, sluit beter aan op de mogelijkheden van het gebouw. Bovendien hebben de toekomstige bewoners dan maar vier buren in plaats van negen, hebben ze meer privacy en blijft de authenticiteit van het gebouw beter overeind. Over dat soort zaken willen we mensen aan het denken zetten.”
Uitdaging: het behouden van de kwaliteit van monumenten
“Wat me zorgen baart, is het behoud van de kwaliteit van monumenten. Sommige materialen, die kenmerkend zijn voor de historie, zijn door schaarste niet meer te krijgen. De vloer van de zaal van kasteel Amerongen is gemaakt van hout van zeer forse lengte en vrijwel zonder noesten. Dat hout komt van bomen die de tijd hebben gehad om omhoog te groeien, zodat de takken hoog in de stam zitten. De enige bomen die deze kwaliteit nog hebben, staan in het tropisch regenwoud. Het zou dan ook mooi zijn als we in Nederland meer laanbomen zouden planten en die de tijd konden geven.
Sommige materialen, die kenmerkend zijn voor de historie, zijn door schaarste niet meer te krijgen.
Iets anders waarvoor ik waarschuw, is dat de ontwikkelingen tegenwoordig zo snel gaan, dat hele delen bouwhistorie worden weggevaagd. Waar vind je bijvoorbeeld nog een interieur van een schoenenwinkel zoals die er rond het jaar 2000 uitzag? De commercie vereist snelle vervanging, maar voor de cultuurhistorie is dat echt zonde. Daar zijn de vele Chinese toeristen - zelf bewoners van snelgroeiende miljoenensteden waar vrijwel geen oude gebouwen bewaard bleven - zich van bewust. In hun ogen hebben wij tot nu toe onze geschiedenis goed weten te bewaren.”