Zeventiende-eeuws rijksmonument in Middelburg
Menno van den Hoek kreeg bijna achtentwintig jaar geleden een baan in Zeeland. De geboren Fries kocht toen een monumentaal pand in Middelburg, waar hij nog steeds met veel plezier in woont. Met de Zeeuwse Monumentenwacht doet hij een wedstrijdje.
De sprong van Friesland naar Zeeland lijkt een grote, maar Menno van den Hoek woonde al een tijd in de Randstad, toen hij een baan vond bij de Hogeschool Zeeland. ‘De binnenstad van Middelburg sprak ons erg aan: je vindt er volop geschiedenis en dat betekent voor mij als historicus toch extra franje. Maar wij gingen niet per se op zoek naar een monument: onze belangrijkste eis was betaalbaarheid.’
Huis met een ziel
Het pand aan de Seisdam, één van de eerste uitbreidingen van het middeleeuwse stadscentrum, bleek binnen het budget te passen. ‘Het was een rijksmonument, maar het was in een zorgelijke conditie. Er was veertien jaar niets aan gedaan en dat was eraan af te zien. Vooral het schilderwerk zag er slecht uit. Toch vielen we ervoor, omdat dit huis een ziel heeft. Dat voel je meteen als je binnen komt. Aan de indeling kan je verschillende fases uit de geschiedenis van het pand teruglezen.
Aan de indeling kan je verschillende fases uit de geschiedenis van het pand teruglezen.
Zo zie je dat er ooit een uitbouw is geplaatst en door de hardstenen drempel in de gang weten we waar de oorspronkelijke buitenmuur zich bevond. Deskundigen kunnen aan de dakconstructie zien dat het pand in ieder geval voor 1621 is gebouwd. De rijks monumentale status kreeg het pand vooral vanwege de gevel van het huis. De gevel is 18e-eeuws, dus wat jonger dan de rest van het pand.’
Bouwkundig advies
‘Wij namen een bouwkundig adviesbureau in de arm, omdat wij zeker wilden weten dat we niet na een tijdje voor enorme verrassingen zouden komen te staan. Gelukkig viel die inspectie positief uit. De constructie van het pand was zeer goed dus we zouden niet op korte termijn voor hoge kosten komen te staan. In die jaren was de boodschap dat alle subsidiepotjes wel zo’n beetje leeg waren, alleen de onderhoudskosten waren aftrekbaar van de belasting.’
Gelukkig viel die inspectie positief uit.
Wedstrijdje met de Monumentenwacht
Menno van den Hoek doet zoveel mogelijk klussen zelf. ‘Dat doe ik om kosten te besparen, maar vooral omdat het leuk is en omdat ik goed voor mijn pand wil zorgen. Vooral het schilderwerk is onderhoudsgevoelig. De voorgevel ligt pal op de zon, dus daar heeft het schilderwerk enorm onder te lijden. Ik moet echt eens in de vijf jaar grootscheeps schilderen, maar geregeld werk ik plekjes bij. Ik probeer daarmee de Monumentenwacht voor te blijven, dat is voor mij een soort wedstrijdje. Maar bij een inspectie vinden ze altijd wel iets, wat voor een leek niet zichtbaar is. Ze zijn nu eenmaal kritisch.’
Ik probeer de Monumentenwacht voor te blijven.
Monumentenwacht Zeeland
Wim Jakobsen is teamleider van de Monumentenwacht in Zeeland. Hij moet lachen om de opmerking over de kritische wachters. ‘Dat krijg je bij een monument dat heel goed op orde is en dat is dit pand. Bij een monument waar veel moet gebeuren, leggen we het accent op zaken waar snel iets aan gedaan moet worden en dat is dan voor de eigenaar vaak al meer dan genoeg. Maar Menno van den Hoek heeft al die jaren goed voor zijn monument gezorgd, dus een inspectie bij hem gaat alleen nog maar over details.’
Menno zorgt zo goed voor zijn monument, bij hem gaat het om details.
De Cleyne Mortier
Huis met een naam
Op de gevel van het huis staat de naam ‘De Cleyne Mortier’. De naam roept vragen op. Menno hoorde verschillende verklaringen en vindt één daarvan plausibel: ‘Het is ingewikkeld om de geschiedenis te achterhalen, omdat een deel van het archief van Middelburg tijdens de bombardementen in de Tweede Wereldoorlog in vlammen is opgegaan.
Misschien woonde hier een apotheker.
Maar we weten dat ‘mortier’ een ander woord is voor ‘vijzel’. En in de tuin hebben mijn buren allerlei apothekersspulletjes gevonden. Je zou dus voorzichtig kunnen aannemen dat de naam van mijn pand verwijst naar iets farmaceutisch. Misschien woonde hier een apotheker.’
Eenheid met de naastgelegen panden
‘De Cleyne Mortier’ heeft een eenheid gevormd met twee naastgelegen panden. ‘Die heetten de grote en de gouden mortier en in de bouw vind je nog aanwijzingen dat de panden vroeger met elkaar verbonden waren. Bij mij in de gang zit een nis met een toegang tot het buurhuis. En tussen de Grote en de Gouden Mortier is op de eerste verdieping een deur naar het buurpand.
‘De Cleyne Mortier’ heeft een eenheid gevormd met twee naastgelegen panden.
Op een oude kaart hebben we gezien dat er vroeger een grote tuin achter de drie panden lag. Bovendien liggen de dakgoten van de drie panden allemaal op gelijke hoogte, waardoor onderlinge verbondenheid van de drie panden ook goed denkbaar is.’
Duurzame energie
‘Het dak is geïsoleerd, maar het pand heeft geen spouwmuren, er is geen dubbelglas en het zal aan alle kanten wel energie lekken. Dat klinkt niet gunstig, maar het ligt pal op de zon en heeft hoge ramen. Ik vang dus veel licht. Het kan zomaar gebeuren dat het hier in februari in de woonkamer 22 graden is, dankzij ‘zonne-energie’! Dan hoeft de verwarming dus helemaal niet aan.
Ik vraag binnenkort de Monumentenwacht wat ik verder aan verduurzaming kan doen.
Sinds het overlijden van mijn vrouw woon ik hier alleen. Doordeweeks gebruik ik weinig energie, omdat ik op mijn werk ben. Maar als ik met pensioen ga, zal dat wel toenemen. Ik investeer daarom nu al in een zonneweideproject in Middelburg. Dat is speciaal voor de eigenaren van panden in de binnenstad. Die hoeven dan geen panelen op hun monumentale daken te leggen en kunnen toch duurzame energie opwekken. Ik vraag binnenkort de Monumentenwacht wat ik verder aan verduurzaming kan doen.’
Ik hoef hier nog lang niet weg!
Menno kan dus nog wel even vooruit met zijn monument. ‘Mijn pand is helemaal niet zo doordacht en dat vind ik nu juist de charme. Het is niet erg exclusief, maar het heeft zicht op de gracht, het is heel licht en geeft me een ruimtelijk gevoel. Het is comfortabel. Onpraktisch maar fijn. En je staat hier binnen drie minuten in het hartje van de stad Middelburg. Ik hoef hier nog lang niet weg.’
Middelburg
De stad Middelburg komt op de verschillende sites over monumenten nogal eens voorbij, de monumenten zijn er dik gezaaid: Middelburg heeft 1150 rijksmonumenten! Daarmee komt de Zeeuwse hoofdstad na steden als Amsterdam, Utrecht, Maastricht en Leiden.
De Monumentenwacht
De Monumentenwacht van de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland biedt eigenaren van monumenten een helpende hand: met (periodiek) inspecteren en rapporteren én met klein (nood)herstel. Verder levert de Zeeuwse Monumentenwacht ook ondersteuning bij de planning en uitvoering van het werk. Bovendien stelt de Monumentenwacht ook monumentenpaspoorten op. Hierin kunnen eigenaren lezen welke specifieke mogelijkheden er voor hun monument zijn om te werken aan verduurzaming. De Zeeuwse Monumentenwacht is lid van de Vereniging van Provinciale Monumentenwachten Nederland.